De Jas: Kees van Amstel
Hij is cabaretier en columnist en was onder meer te zien in de Luizenmoeder. Daarnaast geeft hij Engels in Den Haag.
‘Even kijken of ik het op school kan regelen,’ mailde Kees van Amstel toen we voorstelden om op de eerste maandag van juli samen koffie te drinken. Om stipt vier uur meldt hij zich op het Sciencepark om vervolgens aan een tafel in café-restaurant Polder te poseren, natuurlijk met de jas aan. ‘Omdat de muur zo mooi kleurt,’ verklaart de fotograaf.
Al drieëndertig jaar geeft hij Engels aan mbo-studenten en dat combineert hij met al zijn andere werk. ‘Mijn regisseur Hans Sibbel en ook veel andere collega’s raden het af, maar tot nu toe heb ik de baan op school er altijd bij gehouden. Ik speel nu mijn vierde voorstelling, heb een wekelijkse column op de radio, maar toch. Voor corona liep alles heel goed en ik had ook een tv-programma dus ik dacht: nu stop ik met lesgeven. Tijdens de pandemie en de verschillende lock downs verdiende ik niks meer en was ik blij dat ik het toch heb aangehouden.’
Is het leuk om voor de klas te staan?
‘Ik heb het altijd leuk gevonden, maar ik merk nu dat het steeds zwaarder wordt. Je moet vechten voor aandacht, leerlingen zijn ongeconcentreerd en ongemotiveerd. Dertig jaar geleden kon ik een verhaal van drie kwartier houden en als ik nu iets uitleg dan mag het niet meer dan vijf minuten duren. Ze hebben toch de Instagram-aandachts-spanne. Het is een cliché, maar klopt ook wel een beetje.’
Je woont hier aan de andere kant van het spoor. Waarom wilde je hier afspreken?
‘Ik kom hier graag. Voor een snelle koffie of een lunch. Vroeger was dit een ijzeren buis, bijna een hangar. Dat vond ik prachtig. Daarnaast is de bediening aardig en door de nabijgelegen universiteit heerst er altijd een internationale sfeer. En het is er vooral erg relaxed.’
Jouw ouders komen uit deze buurt, maar jouw wieg stond in Zandvoort.
‘Mijn moeder kwam uit de Oosterparkbuurt en mijn vader komt uit de Wakkerstraat en is getogen in de Willem Beukelstraat. In een bevallingskliniek in Haarlem kwam ik ter wereld en ik ben opgegroeid in Zandvoort. Het is een rare mix van mensen; een derde is forens, een derde is echte Zandvoorter en een derde is toch een combinatie van kunstenaar en crimineel. Het is toch een beetje Volendam aan de Noordzee. Maar ik heb er een prima jeugd gehad, lekker spelen met mijn vriendjes in de duinen.’
Toen je ging studeren, kwam je naar Amsterdam.
‘Ik heb de lerarenopleiding gedaan bij de voorloper van Inholland. Het was de tijd dat er grote werkloosheid heerste en je moest twee opleidingen volgen, wilde je überhaupt kans hebben op een baan. Wat dat aangaat zijn de tijden wel veranderd. Ik woonde eerst in de Scheldestraat en later in de Vrolikstraat. Dat was de tijd dat je je nog voor die straat schaamde. De heroïnespuiten lagen in de zandbak en overal waren er junks. Ik was een keer beroofd en er werd een keer op klaarlichte dag ingebroken. Toen was het wel klaar.’
Nu woon je in een flat in de Watergraafsmeer.
‘Dat bevalt erg goed, ook misschien door mijn ouders die dus beiden uit deze buurt komen. Toen ik hier kwam was het de buurt van goede burgerij en nu is het Amsterdam-Zuid 2.0 aan het worden. Maar het is een lieve buurt, bijna dorps, en mensen zeggen elkaar hier gedag.’
Waar eet je graag?
‘Als ik wat haal dan is het meestal bij Kediri op de Linnaeuskade. Prima Indonesisch eten met een karakteristieke eigenaar. Meestal eet ik de mihoen goreng speciaal en een keertje wilde ik er een ander soort groente erbij. Dat paste volgens hem niet, en kreeg ik dus ook niet. Toen ik vervolgens wilde pinnen, kon dat ook niet, ‘omdat hij de banken niet vertrouwde’. Vanaf dat moment vond ik het een gouden zaak.’
En een biertje?
‘Ruk en Pluk op de Linnaeusstraat is mijn guilty pleasure, want daar gebeurt altijd wat. Het is onmogelijk om daar te komen en niet met een raar gesprek of een grappige gebeurtenis naar huis te gaan. En Elsa’s is leuk door de mix van jazz en Ajax.’
Je bent comedian en cabaretier en daarnaast ook acteur, schrijver voor veel tv-programma’s -klikbeet, Dit Was Het Nieuws en Even tot Hier-en je hebt een radiocolumn bij de Nieuws BV. Wat ben je echt?
‘Ik doe graag alles. Een vriend van me zei dat ik gewoon een ding moest doen en daar dan heel goed in worden. Dat is niks voor mij. Mijn talent is dat ik veel leuk vind. Naast de dingen die je noemt heb ik ook bijvoorbeeld toneel gedaan.’
En je speelde in De Luizenmoeder.
‘Voor mijn vier regels in De Luizenmoeder heb ik meer lof en bedankjes gekregen dan drieëndertig jaar voor de klas staan. Maar dat is een ander verhaal.’
Op tv schopte je het tot de finale van De slimste mens.
‘Ik had pech in de finale en ben tweede geworden. Helaas. Ik werd daarvoor gevraagd en hier bij Dauphine moest ik een testje doen met vragen. Het was overigens best pittig, want ze doen drie opnames op een dag. Als je dan door mag, heb je een uur pauze en dan moet je weer.’
Gaat het bij dat programma alleen om kennis?
‘Het is een beetje intelligentie gecombineerd met heel veel algemene kennis; van Donald Duck tot Ron Brandsteder en Griekse wijsgeren. Cabaretiers hebben een hele brede interesse; ze zijn niet dom en weten van heel veel dingen wel iets. Cabaretiers zijn raar, hebben meestal een scheur, maar zijn over het algemeen wel slim.’
Elke week ben je Druktemaker op Radio-1. 2023 is halverwege, wat was jouw grootste ergernis van het afgelopen half jaar?
‘Het feit dat kabinet Rutte niks oplost is te veel een rode draad geworden. Daarnaast is onderwijs een stokpaardje. De puist is dertig jaar geleden begonnen te groeien en dat ging maar door. Een paar jaar geleden is hij uiteengespat op het hoofd van Arie Slob. Lerarentekort, salarissen, tijdelijke contracten. Jongeren willen niet meer en het lerarenlek is enorm. Hoe is opgelost moet worden, ik zou het niet weten.’
Zullen we vrolijk eindigen? Waar ga je naar toe als je Amsterdam verlaat?
‘Om Lebbis te bedanken voor zijn regiewerk nam ik hem mee naar Londen. Hij wilde niet vliegen, dus boekte ik de trein. Dat kostte me meer dan een week. Maar goed, we zijn er gekomen.’
Tekst: Jim Jansen