Flipperen

No Balls, No Glory!

‘Je hebt eigenlijk best een leuke baan,’ kreeg ik onlangs van een kennis te horen, en ik kon vervolgens niet meer dan beamend knikken. Als hoofdredacteur van New Scientist ontmoet ik de beste wetenschappers, presenteer ik Lowlands Science en vertel over baanbrekend onderzoek in de media. Daarnaast mag ik allerhande interessante mensen interviewen, waaronder deze keer mijn eigen zoon, die meedeed met het Dutch Pinball Open (DPO), georganiseerd door de Nederlandse Flipper Vereniging. Hun credo? No Balls, No glory!

Ik moet u een ding bekennen. Als journalist, schrijver en iemand die ook nog wel eens op een podium staat, heb ik echt helemaal niks met woordvoerders, persvoorlichters en andere lieden die het meeste weghebben van mooipraters of handelsreizigers in gebakken lucht. En het leven van journalisten doorgaans ernstig belemmeren. Op een weekend in het jaar na, als ik zelf de woordvoerder ben van de Nederlandse flipper vereniging, met 1500 leden de grootste ter wereld.

De flipperkast, of hoe uw wilt pinball machine, werd in de jaren zeventig prachtig bezongen door The Who en Bruce Springsteen. Vroeger, lees de jaren ’80 en ’90, stond in elk zichzelf respecterend cafe een blinkende flipperkast, maar toen het nieuwe millennium startte, verdween hij langzaam uit de openbare gelegenheden.

Mede door corona, omdat mensen geen mogelijkheid hadden om op andere manier geld uit te geven, werd het (thuis) flipperen populairder dan ooit. Wereldwijd zijn er momenteel 10 fabrikanten actief die nieuwe machines met titels als Guns N’ Roses, Toy Story 4, The Mandalorian en Godzilla produceren.

Mijn zoon Miquel leerde flipperen op de IPad, maar toen hij groot genoeg was om de flipperknoppen aan te raken, vond hij het tijd voor het echte werk. Sindsdien gaan we een keer per week op pad, om The Addams Family te bespelen in Cafe De Buurvrouw, the Indiana Jones in Fest of de Kiss machine bij het Meininger Hotel onder de rook van het Amstel Station. Onlangs deed hij mee aan een toernooi in Eindhoven en vandaag oefent hij voor het NK in Rotterdam ofwel het Dutch Pinball Open. Tijdens deze wedstrijd zullen meer dan 160 spelers uit heel Europa de strijd met elkaar aangaan om te kijken wie zich de beste flipperaar van Nederland mag noemen. Voor Miquel is flipperen een serieuze zaak en terwijl Kiss Shout it out Loud inzet, speelt hij een genadeloze multiball en verzamelt hij de ene na de andere jackpot. Tussendoor vertelt hij dat hij nu nog met de kinderwedstrijd meedoet, maar zich volgend jaar gaat inschrijven voor de echte wedstrijd om het onder meer op te nemen tegen zijn moeder, Claudine Jansen, die vierde werd tijdens het kampioenschap. ‘Nog een laatste potje,’ zegt hij, terwijl hij een euro in de kast laat verdwijnen. Er wordt geduwd, getikt en getrokken. Hotter than Hell, schreeuwt de kast terwijl hij zijn lichaam vol tegen de machine aan werpt om de bal niet te laten verdwijnen. Het is vergeefse moeite. Tilt.